Denk je aan zwanger zijn, dan denk je aan foliumzuur. Het is algemeen bekend dat de meeste zwangere vrouwen deze vitamne extra innemen in de vorm van tabletten. Maar waarom eigenlijk? En wat doen die dan?
Foliumzuur, ofwel vitamine B11, is een van de vitamines en mineralen die elk mens nodig heeft. Er worden verbanden vermoed tussen een tekort aan foliumzuur en hart- en vaatziekten, darmstoornissen, bloedarmoede en geboorteafwijkingen. Andersom zou foliumzuur kunnen beschermen tegen kanker, dementie en depressiviteit. Foliumzuur is wateroplosbaar.
Hoe krijgen we foliumzuur binnen?
Deze vitamine is een van de weinige vitamines die we niet automatisch via onze voeding binnenkrijgen. Foliumzuur zit wel in bijvoorbeeld groenten, aardappelen en kaas, maar de hoeveelheden zijn klein. Vandaar dat aan zwangere vrouwen meestal tabletten worden aangeraden. Ons lichaam neemt foliumzuur uit een pilletje bovendien gemakkelijker op. Een volwassene heeft normaal gesproken ongeveer 200 microgram foliumzuur nodig. Voor vrouwen die zwanger willen worden of zwanger zijn, ligt de norm ruim twee keer zo hoog: 400 tot 500 microgram per dag. Er zijn pillen verkrijgbaar in de laatste twee hoeveelheden.
Wat doet foliumzuur?
Voldoende foliumzuur verkleint de kans op afwijkingen bij de baby zoals open ruggetje, hartafwijkingen of een hazenlip. Het is aan te raden al tabletten te slikken vóór je zwangerschap, dus bijvoorbeeld op het moment dat je stopt met anticonceptie. Tenminste vier weken voor je verwacht zwanger te zijn, is een mooie richtlijn. Op die manier weet je zeker dat je foliumzuurgehalte hoog genoeg is om je baby te beschermen. Mocht je niet meteen zwanger zijn, blijf dan gewoon doorslikken. Vrouwen die moeite hebben om zwanger te worden, wordt ook aangeraden supplementen te nemen.
En dan?
Na de tiende week van je zwangerschap is je kindje ‘af’, dus kun je stoppen met het innemen van extra foliumzuur. Het is overigens niet erg om de tabletjes te blijven innemen; je hebt niet gauw een teveel.